Op 16 december 2016 heeft de Reclame Code Commissie (‘RCC’) zich naar aanleiding van enkele klachten uitgelaten over een radiocommercial van Incentro. De RCC heeft de klachten van klagers afgewezen en oordeelde dat deze reclame niet in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, en daarmee niet ontoelaatbaar. Incentro werd bijgestaan door Huub de Jong en Lisa Molenaars.
Incentro is een innovatieve digitale dienstverlener die om haar naamsbekendheid te vergroten een radiocommercial heeft uitgezonden op NPO Radio 1 en BNR Nieuwsradio. In het reclame spotje wordt op ludieke wijze een actie aangekondigd waarbij een ieder die zijn pasgeboren kind Incentro noemt kans maakt op vijfduizend euro.
Klachten
Door verscheidene klagers is een klacht ingediend bij de RCC over deze radiocommercial. De strekking van deze klachten is vooral dat de radiocommercial sociaal zwakkeren een ongeoorloofde geldprikkel zou geven om hun kind de ontzettende rare naam Incentro te geven.
De radiocommercial zou daarmee in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code Commissie (‘NRC’) en meer in het bijzonder artikel 2 van de NRC. Dit artikel bepaalt dat reclame in overeenstemming dient te zijn met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen.
Verweer
Incentro heeft verweer gevoerd tegen de klachten en gesteld dat de reclame inderdaad ludiek en daarmee prikkelend en spraakmakend is, maar dat dit nog niet maakt dat deze in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. Dit zijn bovendien zeer subjectieve criteria waarover men van mening kan en mag verschillen.
Of de naam Incentro als voornaam ook geschikt is, blijft een persoonlijk oordeel. Maar in strijd met de wet is het in ieder geval niet. De (gemiddelde) consument is naar de mening van Incentro prima in staat om zijn of haar eigen afwegingen te maken bij het kiezen van een voornaam voor een kind en om te besluiten of men wel of niet wenst deel te nemen aan de actie van Incentro. Illustratief is daarbij dat een handvol mensen zich heeft beklaagd dat anderen niet in staat zouden zijn een eigen keuze te maken, terwijl het niet gezegd is dat iemand daadwerkelijk zijn kind Incentro heeft genoemd.
Beslissing
De RCC heeft de klachten van de klagers afgewezen. De RCC vond de reclame niet in strijd is met goede smaak en fatsoen, en daarmee niet ontoelaatbaar.